1(113:1) Когда вышел Израиль из Египта, дом Иакова – из народаиноплеменного,
1Toen Israel uit Egypte toog, het huis Jakobs van een volk, dat een vreemde taal had;
2(113:2) Иуда сделался святынею Его, Израиль – владением Его.
2Zo werd Juda tot Zijn heiligdom, Israel Zijn volkomene heerschappij.
3(113:3) Море увидело и побежало; Иордан обратилсяназад.
3De zee zag het, en vlood; de Jordaan keerde achterwaarts.
4(113:4) Горы прыгали, как овны, и холмы, как агнцы.
4De bergen sprongen als rammen, de heuvelen als lammeren.
5(113:5) Что с тобою, море, что ты побежало, и с тобою , Иордан, что ты обратилсяназад?
5Wat was u, gij zee! dat gij vloodt? gij Jordaan! dat gij achterwaarts keerdet?
6(113:6) Что вы прыгаете, горы, как овны, и вы, холмы, как агнцы?
6Gij bergen, dat gij opsprongt als rammen? gij heuvelen! als lammeren?
7(113:7) Пред лицем Господа трепещи, земля, пред лицем Бога Иаковлева,
7Beef, gij aarde! voor het aangezicht des Heeren, voor het aangezicht van den God Jakobs;
8(113:8) превращающего скалу в озеро воды и камень в источник вод.
8Die den rotssteen veranderde in een watervloed, den keisteen in een waterfontein.