Russian 1876

Dutch Staten Vertaling

Psalms

19

1(18:1) Начальнику хора. Псалом Давида.(18-2) Небеса проповедуют славу Божию, и о делах рук Его вещает твердь.
1Een psalm van David, voor den opperzangmeester.
2(18:3) День дню передает речь, и ночь ночи открывает знание.
2De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk.
3(18:4) Нет языка, и нет наречия, где не слышался бы голос их.
3De dag aan den dag stort overvloediglijk spraak uit, en de nacht aan den nacht toont wetenschap.
4(18:5) По всей земле проходит звук их, и до пределов вселенной словаих. Он поставил в них жилище солнцу,
4Geen spraak, en geen woorden zijn er, waar hun stem niet wordt gehoord.
5(18:6) и оно выходит, как жених из брачного чертога своего, радуется, как исполин, пробежать поприще:
5Hun richtsnoer gaat uit over de ganse aarde, en hun redenen aan het einde der wereld; Hij heeft in dezelve een tent gesteld voor de zon.
6(18:7) от края небес исход его, и шествие его до края их, и ничто не укрыто от теплоты его.
6En die is als een bruidegom, uitgaande uit zijn slaapkamer; zij is vrolijk als een held, om het pad te lopen.
7(18:8) Закон Господа совершен, укрепляет душу; откровение Господа верно, умудряет простых.
7Haar uitgang is van het einde des hemels, en haar omloop tot aan de einden deszelven; en niets is verborgen voor haar hitte.
8(18:9) Повеления Господа праведны, веселят сердце; заповедь Господа светла, просвещает очи.
8De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechten wijsheid gevende.
9(18:10) Страх Господень чист, пребывает вовек. Суды Господни истина, все праведны;
9De bevelen des HEEREN zijn recht, verblijdende het hart; het gebod des HEEREN is zuiver, verlichtende de ogen.
10(18:11) они вожделеннее золота и даже множества золота чистого, слаще меда и капель сота;
10De vreze des HEEREN is rein, bestaande tot in eeuwigheid, de rechten des HEEREN zijn waarheid, samen zijn zij rechtvaardig.
11(18:12) и раб Твой охраняется ими, в соблюдении их великая награда.
11Zij zijn begeerlijker dan goud, ja, dan veel fijn goud; en zoeter dan honig en honigzeem.
12(18:13) Кто усмотрит погрешности свои? От тайных моих очистименя
12Ook wordt Uw knecht door dezelve klaarlijk vermaand; in het houden van die is grote loon.
13(18:14) и от умышленных удержи раба Твоего, чтобы не возобладали мною. Тогда я буду непорочен и чист от великого развращения.
13Wie zou de afdwalingen verstaan? Reinig mij van de verborgene afdwalingen.
14(18:15) Да будут слова уст моих и помышление сердца моего благоугодны пред Тобою, Господи, твердыня моя и Избавитель мой!
14Houd Uw knecht ook terug van trotsheden; laat ze niet over mij heersen; dan zal ik oprecht zijn en rein van grote overtreding. [ (Psalms 19:15) Laat de redenen mijns monds, en de overdenking mijns harten welbehagelijk zijn voor Uw aangezicht, o HEERE, mijn Rotssteen en mijn Verlosser! ]