1(48:1) Начальнику хора. Сынов Кореевых. Псалом. (48:2) Слушайте сие, все народы; внимайте сему, все живущие во вселенной, –
1Een psalm, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach.
2(48:3) и простые и знатные, богатый, равно как бедный.
2Hoort dit, alle gij volken! neemt ter ore, alle inwoners der wereld,
3(48:4) Уста мои изрекут премудрость, и размышления сердца моего – знание.
3Zowel slechten als aanzienlijken, te zamen rijk en arm!
4(48:5) Приклоню ухо мое к притче, на гуслях открою загадку мою:
4Mijn mond zal enkel wijsheid spreken, en de overdenking mijns harten zal vol verstand zijn.
5(48:6) „для чего бояться мне во дни бедствия, когда беззаконие путей моих окружит меня?"
5Ik zal mijn oor neigen tot een spreuk; ik zal mijn verborgene rede openen op de harp.
6(48:7) Надеющиеся на силы свои и хвалящиеся множеством богатствасвоего!
6Waarom zou ik vrezen in kwade dagen, als de ongerechtigen, die op de hielen zijn, mij omringen?
7(48:8) человек никак не искупит брата своего и не даст Богу выкупа за него:
7Aangaande degenen, die op hun goed vertrouwen; en op de veelheid huns rijkdoms roemen;
8(48:9) дорога цена искупления души их, и не будет того вовек,
8Niemand van hen zal zijn broeder immermeer kunnen verlossen; hij zal Gode zijn rantsoen niet kunnen geven;
9(48:10) чтобы остался кто жить навсегда и не увидел могилы.
9(Want de verlossing hunner ziel is te kostelijk, en zal in eeuwigheid ophouden);
10(48:11) Каждый видит, что и мудрые умирают, равно как и невежды ибессмысленные погибают и оставляют имущество свое другим.
10Dat hij ook voortaan geduriglijk zou leven, en de verderving niet zien.
11(48:12) В мыслях у них, что домы их вечны, и что жилища их в род и род, и земли свои они называют своими именами.
11Want hij ziet, dat de wijzen sterven, dat te zamen een dwaas en een onvernuftige omkomen, en hun goed anderen nalaten.
12(48:13) Но человек в чести не пребудет; он уподобится животным, которыепогибают.
12Hun binnenste gedachte is, dat hun huizen zullen zijn in eeuwigheid, hun woningen van geslacht tot geslacht; zij noemen de landen naar hun namen.
13(48:14) Этот путь их есть безумие их, хотя последующие за ними одобряют мнение их.
13De mens nochtans, die in waarde is, blijft niet; hij wordt gelijk als de beesten, die vergaan.
14(48:15) Как овец, заключат их в преисподнюю; смерть будет пасти их, и наутро праведники будут владычествовать над ними; сила их истощится; могила – жилище их.
14Deze hun weg is een dwaasheid van hen; nochtans hebben hun nakomelingen een welbehagen in hun woorden. Sela.
15(48:16) Но Бог избавит душу мою от власти преисподней, когда примет меня.
15Men zet hen als schapen in het graf, de dood zal hen afweiden; en de oprechten zullen over hen heersen in dien morgenstond; en het graf zal hun gedaante verslijten, elk uit zijn woning.
16(48:17) Не бойся, когда богатеет человек, когда слава дома его умножается:
16Maar God zal mijn ziel van het geweld des grafs verlossen, want Hij zal mij opnemen. Sela.
17(48:18) ибо умирая не возьмет ничего; не пойдет за ним слава его;
17Vrees niet, wanneer een man rijk wordt, wanneer de eer van zijn huis groot wordt;
18(48:19) хотя при жизни он ублажает душу свою, и прославляют тебя, что ты удовлетворяешь себе,
18Want hij zal in zijn sterven niet met al medenemen, zijn eer zal hem niet nadalen.
19(48:20) но он пойдет к роду отцов своих, которые никогда не увидят света.
19Hoewel hij zijn ziel in zijn leven zegent, en zij u loven, omdat gij uzelven goed doet;
20(48:21) Человек, который в чести и неразумен, подобен животным, которые погибают.
20Zo zal zij toch komen tot het geslacht harer vaderen; tot in eeuwigheid zullen zij het licht niet zien. [ (Psalms 49:21) De mens, die in waarde is, en geen verstand heeft, wordt gelijk als de beesten, die vergaan. ]